Over Güldner
Güldner was een fabrikant van dieselmotoren en tractoren. Het bedrijf werd in 1904 in München opgericht en verhuisde in 1906 naar Aschaffenburg.
Geschiedenis
De onderneming werd in 1904 door Hugo Güldner, Carl von Linde en Georg von Krauß in München opgericht als Güldner-Motoren-Gesellschaft als vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
Reeds in 1906 werd de fabriek overgebracht naar Aschaffenburg. De eerste pogingen om een tractor te bouwen werden gedaan in 1925. Het project is echter mislukt. Technische gegevens hierover zijn vandaag niet meer beschikbaar.
Van 1925 tot 1926 werd een motorfiets (met 498 cc motor, vergelijkbaar met de hedendaagse Norton) geproduceerd.
In 1929 werd Güldner volledig overgenomen door Lindes Eismaschinen. De volgende poging om de trekkerfabricage te betreden was in 1936 met de ontwikkeling van een trekker van 20 pk. De tractor werd geproduceerd door Deuliewag in Berlijn. Het Schell-plan voorzag ook in politieke samenwerking tussen de twee bedrijven. Zo werd vanaf 1942 de door Güldner ontwikkelde AZ 25 houtgastractor door beide ondernemingen gebouwd. In 1949 werd een nieuwe serie geïntroduceerd, bestaande uit tractoren met tussen 16 en 30 pk. De Multitrak werktuigdrager verscheen in 1954, ontwikkeld in samenwerking met Fahr en Ritscher. In 1958 kwam Güldner met Maschinenfabrik Fahr in Gottmadingen overeen om samen te werken bij de productie van tractoren. Een jaar later werd de door beide fabrikanten geproduceerde Europa-serie geïntroduceerd. Na het einde van de samenwerking met Fahr, in 1962, introduceerde Güldner de nieuwe G-serie. Er werden verschillende motoren ingebouwd, in ieder geval de meeste uit de nieuwe L71/79-serie, waaronder de krachtige 6 L 79-motor die de G60- en G75-trekkers aandreef. Veel modellen in de G-serie waren leverbaar met vierwielaandrijving. In 1969 werd de productie van zowel trekkers als motoren stopgezet. Tegen die tijd werden in Aschaffenburg ongeveer 100.000 tractoren geproduceerd.
De afdeling industriële vrachtwagens bleef bij Linde, en de onderdelenactiviteiten werden verkocht aan concurrent Deutz. In 1991 werd de handelsnaam Güldner uit het handelsregister geschrapt.
Motoren
Oorspronkelijk produceerde Güldner-Werke motoren met een vermogen van 60 tot 600 pk; later schakelde het bedrijf over op de bouw van kleine dieselmotoren. In de beginperiode na de Tweede Wereldoorlog waren tweecilindermotoren de uitgesproken specialiteit van het bedrijf; rond 1960 kwam daar een serie 1- tot 6-cilindermotoren (L71, later L79) bij. In Spanje was er bij Diter een licentie productie van de 1-cilinder motor LKA (daar verder ontwikkeld tot LKB), dit ging nog enige jaren door na het einde van het bedrijf Güldner.
In 1955 introduceerde Güldner hydrostatische elementen als een technische innovatie. Deze uitvinding heeft later in belangrijke mate bijgedragen aan het succes van de Linde vorkheftrucks. Industriële trucks met deze elementen werden reeds sinds het einde van de jaren 1950 geproduceerd onder de merknaam Hydrocar.
Tractoren
Tussen 1935 en 1969 bood de firma Güldner vele soorten tractoren aan. Verschillende modellen met dezelfde bouwtijd en hetzelfde vermogen hadden verschillende motoren, één model met waterkoeling en één met luchtkoeling. De tractoren werden gebouwd bij de firma Linde in Aschaffenburg. Daarom dragen ze de naam Linde-Güldner.